Stresstest

Daarnaast is binnen de 100.000+ gemeenten een eigen stresstest ontwikkeld, die in de MJPB 2014-2017 voor het eerst voor Arnhem is opgenomen. Deze stresstest geeft door middel van indicatoren inzicht in de financiële status en weerbaarheid.

De meerwaarde van de test zit vooral ook in het periodiek invullen van de stresstest, zodat op alle indicatoren een trend zichtbaar wordt en er geanalyseerd kan worden. Bij een aantal indicatoren is door middel van een pijl aangegeven welke ontwikkeling zichtbaar is ten opzichte van vorig jaar of ten opzichte van de begroting. De verschillende items in de stresstest zijn ook (vaak meer in detail) terug te vinden in de overige paragrafen.

De uitkomst van de test staat in de vorm van een dashboard in de volgende figuur.

Schuldpositie, vreemd vermogen

Schuldratio

  • de schuldratio zegt welk aandeel van de bezittingen van de gemeente is belast met schulden. Deze ratio is de som van de kortlopende en de langlopende schulden gedeeld door het balanstotaal. Hoe lager de uitkomst hoe gunstiger dit is;
  • Arnhem beschikt niet over een groot eigen vermogen en financiert van oudsher investeringen met vreemd vermogen (schulden). Door de VNG wordt een factor van 80% of hoger gezien als een hoge mate van financiering met vreemd vermogen. Arnhem heeft een factor van 82% en is hierop onverminderd kwetsbaar;
  • de schuldpositie is vanaf begrotingsjaar 2016 een onderdeel van het financieel toezicht en van de beoordeling van artikel 12-gemeenten. Dit geeft aan dat de schuldpositie steeds belangrijker wordt in de beoordeling van de totale financiële positie van de gemeente.

Netto schuld / exploitatie
De schuld als aandeel van de exploitatie geeft een indicatie van de druk van de rentelasten op de exploitatie. De VNG geeft aan dat bij een score van meer dan 90% voorzichtigheid is geboden. Een score van minder dan 90% is gunstig. Arnhem heeft een score van 72% en scoort daarmee goed.

Netto schuld per inwoner
Deze indicator spreekt voor zich, de netto schuld gedeeld door het aantal inwoners. Het gemiddelde in Nederland ultimo 2016 is € 1.903. Binnen een afwijking van 20% van dit gemiddelde is de score voldoende, daarbuiten goed
(-20%, € 1.522) of onvoldoende (+20%, € 2.284). De schuld per inwoner van Arnhem bedraagt € 3.691 en scoort daarmee net als vorig jaar onvoldoende.

Schuldevolutie
De schuldevolutie geeft aan in welke mate de schuld per inwoner in een jaar is toegenomen of afgenomen. Een afname van 15% of meer wordt beschouwd als gezond en een toename van 15% of meer als ongezond. In Arnhem was in 2017 de afname 2%. Hiermee wordt een neutrale score behaald.

Netto rentelasten / exploitatie
Deze indicator geeft aan welk deel van de exploitatie gebonden is door het betalen van rente (aan banken). De indicator hangt heel sterk samen met de netto schuld / exploitatie (1.2). En dus ook hier scoort Arnhem net als vorig jaar neutraal met een score van 1,84%, waar een percentage van lager dan 1 als gezond wordt beschouwd.

Rentereserve
Arnhem heeft sinds het jaarverslag 2012 geen aparte rentereserve meer. De middelen zijn opgenomen in de algemene reserve. Dit wordt in de stresstest beschouwd als onvoldoende. Echter, Arnhem heeft een structurele rentebuffer in de begroting opgenomen om renteschommelingen op te kunnen vangen. Dit is veel robuuster dan een reserve. Vandaar de positieve score.

Omslagrente - werkelijke reserve
In Arnhem ligt de omslagrente boven de werkelijk betaalde rente aan de banken, 4% versus 2,28%. Daarmee scoort Arnhem voldoende.

Reservepositie, eigen vermogen

Ratio weerstandsvermogen
Het weerstandsvermogen geeft de mate aan waarin de gemeente in staat is om de nadelige gevolgen van risico’s op te vangen zonder dat het beleid moet worden gewijzigd. Het geeft inzicht in de robuustheid van de financiële positie van de gemeente. De score voor Arnhem is 2,1 en daarmee positief (verbetering ten opzichte van de eerdere jaren). In de paragraaf Weerstandsvermogen wordt meer in detail ingegaan op de ontwikkelingen die daarin spelen.

Mogelijkheden om beschikbare weerstandsvermogen te verbeteren
De algemene reserve vormt het directe weerstandsvermogen, bedoeld om risico’s af te dekken. Daarnaast is sprake van indirect weerstandsvermogen (post onvoorzien, onbenutte belastingcapaciteit en bestemmingsreserves die niet worden gebruikt ter dekking van kapitaallasten voor investeringen met economisch nut). Deze kunnen worden gebruikt om de weerstandscapaciteit te verbeteren. De gemeente heeft deze mogelijkheden waardoor de score goed is. Dat is in Arnhem ook in deze jaarrekening het geval.

Grondexploitatie

Afhankelijkheid grondexploitatie voor sluitende begroting
Zodra in de meerjarenbegroting rekening wordt gehouden met winsten vanuit de grondexploitaties bestaat er een bepaalde druk op de exploitaties om deze winsten daadwerkelijk te realiseren. Geen realisatie betekent immers een direct dekkingsprobleem in de begroting. Lagere grondverkopen hebben dan direct effect op de reguliere exploitatie. In de meerjarenbegroting van Arnhem zijn dergelijke winsten niet ingeboekt in de exploitatie en sinds de jaarrekening 2013 wordt bij het bepalen van het weerstandsvermogen geen rekening meer gehouden met de winstpotentie op de grondexploitatie. Er is dus geen afhankelijkheid meer. Dit verklaart de goede score op dit onderdeel.

Winstverwachting grondexploitaties
Op het moment dat er positieve resultaten uit de grondexploitaties worden gerealiseerd heeft de gemeente middelen die kunnen worden ingezet of gespaard voor moeilijke tijden. De meerjarige winstverwachting van de grondexploitaties is positief (ook binnen de eerstkomende 4 jaar), zodat de gemeente op deze indicator goed scoort.

Algemene reserves Grondbedrijf en risicoreserve Grondbedrijf versus risico's
De algemene reserve van het Grondbedrijf en de bestemmingsreserve ter afdekking van algemene economische risico's zijn reserves om risico's van het Grondbedrijf op te vangen. De reserve moet zodanig zijn dat de risico's kunnen worden opgevangen. In Arnhem is de reserve Grondbedrijf eind 2017 voldoende groot om de risico's op te vangen en daarom wordt op deze indicator voor het eerst in jaren weer een voldoende gescoord.

Toekomstig nog te realiseren baten en lasten in relatie tot BIE (balanspost Bouwgronden in exploitatie)
Dit kengetal geeft aan wat de gemeenten nog aan lasten en baten moet realiseren bij de actuele boekwaarde van de BIE (Bouwgronden In Exploitatie). Als dit te hoog is, dan zegt dat iets over de nog te verrichten inspanningen. Als de geraamde baten en lasten samen drie keer groter zijn dan de huidige boekwaarde dan is de score onvoldoende. In Arnhem ligt dit tussen de twee en drie en daarom is dit een attentiepunt.

Niet in exploitatie genomen gronden
Bij de niet in exploitatie genomen gronden is het van belang dat de exploitatielasten afgedekt zijn. In Arnhem zijn de lasten wel incidenteel afgedekt, maar niet structureel. Daarom is ook dit een attentiepunt.

Uitstaande leningen, garantstellingen en waarborgen

Zekerheden leningen, garantstellingen en waarborgen
Een gemeente loopt mogelijk risico's bij het uitzetten van leningen, het geven van garanties of waarborgen. Het risico vermindert als zekerheden zijn gesteld, zoals het 1e recht van hypotheek, een bankgarantie of als een lening uitstaat bij partijen met minimaal een AA-rating qua kredietwaardigheid. In Arnhem bedraagt het gewogen percentage zekerheden voor leningen en garantstellingen net iets hoger dan 95% en ligt daarmee net op een voldoende niveau.

Meerjarig onderhoud kapitaalgoederen

Toereikende onderhoudsbudgetten
De gemeente is verantwoordelijk voor het onderhoud van de kapitaalgoederen binnen haar gemeentegrenzen. Veelal betreft dit kapitaalgoederen in de openbare ruimte zoals wegen, groen en civieltechnische kunstwerken.
De kapitaalgoederen worden gemiddeld met een krappe “6” gewaardeerd (op een schaal van 1 tot 10, dus voldoende). Bij een aantal soorten kapitaalgoederen staat een 5,5. Dit is net als eerdere jaren het geval bij wegen, bomen, groen en bossen & parken. De grootste problemen bij de bossen & parken zijn de lanen, boomgroepen, exoten en bospaden. Het riool is na een 5 van vorig jaar weer nu met een 5,5 gewaardeerd. Dit komt omdat de opgelopen achterstand uit 2016, in de GRP5 periode vanaf 2017 gedeeltelijk weer ingelopen is. Het tempo van het huidige herstel en vervanging van het areaal dat binnen 5 jaar vervangen moet worden, gaat echter langzamer dan gewenst. De oorzaken hiervoor zijn:
- samenloop (integraliteit);
- keuze juiste moment van uitvoeren (er kunnen niet te veel projecten tegelijk uitgevoerd worden in verband met de bereikbaarheid van de stad);
- ontwikkelingen (projecten worden uitgesteld vanwege bouwprojecten in de omgeving);
- complexe voorbereiding, ook bij de autonome projecten.

Om een 6 te scoren op deze onderdelen zou een extra structureel budget van circa € 2,6 miljoen noodzakelijk zijn. Ook dit is vergelijkbaar met vorig jaar. Bij sommige kapitaalgoederen die nu nog een 6 scoren, is wel aangegeven dat hierop in de toekomst mogelijk extra middelen nodig zijn om deze 6 te handhaven.

Op het totaal van de exploitatie komt het totaal benodigde extra budget voor een 6 op alle onderdelen voor onderhoud kapitaalgoederen neer op minder dan 1%, waardoor hierop in deze stresstest een neutrale score wordt gerealiseerd (net als vorig jaar).

Lokale lastendruk

Lokale lastendruk
De lokale lastendruk is de druk van de lasten van rioolheffing, afvalstoffenheffing en OZB. Het gemiddelde van Nederland is € 723 (op basis van de berekening van het COELO). Binnen een afwijking van 5% van dit gemiddelde is de score voldoende, daarbuiten goed (-5%) of onvoldoende (+5%). Arnhem heeft een lokale lastendruk van € 746 en scoort daarmee neutraal.

Onbenutte belastingcapaciteit
Landelijk mag de OZB opbrengst jaarlijks voor alle gemeenten gezamenlijk maar een beperkte stijging laten zien. Dit komt tot uitdrukking in de zogenaamde macronorm. De onbenutte belastingcapaciteit voor 2017 komt daardoor uit op 0,05% van de exploitatie (baten). Een deel van de belastingcapaciteit is dus nog niet benut. Hierdoor is de score neutraal. Er is immers enige belastingcapaciteit onbenut die in financieel moeilijke tijden benut zou kunnen worden.

Inkomstenderving OZB door leegstand niet-woningen
Leegstand kost de gemeente geld. Er bestaat een directe relatie tussen de opbrengst OZB gebruikers niet-woningen en leegstand. Verder wordt bij de korting die de gemeente krijgt in de algemene uitkering geen rekening gehouden met eventuele leegstand. De gemeente wordt gekort op basis van de WOZ-waarde van de panden.

Natuurlijk bestaat er ook een indirecte relatie met derving inkomsten afvalstoffenheffing en rioolrecht. In de bepaling van deze tarieven wordt tot een aantal jaren terug rekening gehouden met leegstand, de laatste jaren echter niet.
De gemeentelijke derving van de OZB op basis van de leegstand komt uit op 1,8% van de totale OZB-opbrengst van de niet-woningen. Hiermee scoort Arnhem volgens de norm neutraal.

Kostendekkendheid leges
Deze indicator geeft aan in hoeverre de lasten worden gedekt door de baten. Bepaalde leges mogen maximaal 100% kostendekkend zijn (de baten mogen de kosten niet overstijgen). Als de kostendekkendheid lager is, is er mogelijk ruimte om meer baten te realiseren. Bij het bepalen van de extra ruimte is rekening gehouden met wettelijk vastgestelde maxima tarieven van de producten. De extra ruimte komt in de begroting uit op circa 0,3% van de totale exploitatie (baten) en krijgt hiermee volgens de norm ook een neutrale score. De kostendekkendheid van de leges wordt alleen bepaald op basis van de (primitieve) begroting en dus niet in de jaarrekening achteraf.

Financieel evenwicht

Ombuigingen
Bij de begroting 2012 is een bezuinigingsactie Toekomstgericht bezuinigen ingezet. De daaruit voortvloeiende bezuinigingen zijn in de begroting verwerkt. In de jaren daarna zijn op een aantal beleidsvelden nieuwe taakstellingen opgenomen. Bij het merendeel van de bezuinigingen zijn de budgetten in de begroting afgeraamd. Daarmee wordt de bezuiniging voor deze stresstest als gerealiseerd beschouwd. Er is nog een gering aantal algemene taakstellingen/stelposten in de begroting opgenomen, dat nog concreet ingevuld moet worden. Dit wordt afgezet tegen de totale lasten in de begroting. De score (op basis van de begroting 2017 en 2018) laat zien dat Arnhem hierop goed scoort (de eerste jaarschijf van de begroting is hierin bepalend).

Verhouding structurele lasten en structurele baten
Structurele lasten moeten worden afgedekt door structurele baten. Andersom mogen incidentele lasten worden afgedekt door incidentele baten. In de jaarrekening wordt geen analyse gemaakt van de structurele baten en lasten, vandaar dat de voldoende score uit de MJPB 2017-2020 is overgenomen.

Sluitende begroting
De meerjarige begroting is in de jaren 2017 tot en met 2021 sluitend. Daarnaast worden vanaf 2017 de structurele lasten volledig afgedekt door structurele baten, dus is er ook sprake van structureel evenwicht van de begroting.