Kortlopende financiering

Bij de kortlopende financiering gaat het om het lenen en uitlenen van geld voor een periode van maximaal één jaar. Specifiek gaat het hierbij om de volgende financieringsactiviteiten.

  • Opereren in de kasgeldmarkt

De gemeente trekt actief kasgeld aan op de geldmarkt, gedeeltelijk via geldmakelaars en gedeeltelijk rechtstreeks bij banken, ten behoeve van de financiering van de dagelijkse activiteiten. Een belangrijke rol is daarbij weggelegd voor de liquiditeitsprognose, de verwachting van de ontwikkelingen in inkomsten en uitgaven van de gemeente.
Daarnaast heeft de gemeente voor kasgeld een arrangement bij de BNG, in feite een rekening courant met speciale voorwaarden, waarbij de debet- en creditrente dicht liggen tegen het niveau dat wordt berekend over kasgeldleningen. De aanwezigheid van het arrangement geeft de zekerheid dat de gemeente altijd kan beschikken over voldoende kasgeld.
Evenals bij langlopende leningen gaat de gemeente heel terughoudend om met verstrekken van kortlopende leningen. Bij eventuele kasgeldleningen UG (uitgezet geld) wordt als rente de rekening-courantrente van de BNG gehanteerd met een opslag ter dekking van kosten en het risico dat de gemeente loopt.

  • Het aanhouden van een zeer beperkt aantal rekeningen-courant ten behoeve van derden.

Voor de bewuste derde partijen worden rentedragende rekeningen courant aangehouden. Het gaat hierbij om een aantal aan het beleid van de gemeente Arnhem gelieerde instellingen en instellingen die in het verleden onderdeel zijn geweest van de gemeente Arnhem.

Kasgeldlimiet

De wet FIDO (Wet Financiering Decentrale Overheden) geeft concrete richtlijnen voor het beheersen van de renterisico’s. De kasgeldlimiet is een wettelijke norm (plafond) voor de netto vlottende financiering van de gemeente. De bovengrens voor op te nemen kortlopende financieringsmiddelen is bij ministeriële regeling voor het jaar 2017 vastgesteld op 8,5% van het begrotingstotaal bij aanvang van het jaar. Het begrotingstotaal voor 2017 bedroeg bij vaststelling van de MJPB 2017 - 2020 door de gemeenteraad € 697 miljoen. De kasgeldlimiet voor het jaar 2017 bedroeg dus € 59,2 miljoen.
De kasgeldlimiet wordt als gemiddelde per kwartaal berekend en de gemeente Arnhem is in 2017 alle kwartalen onder het plafond van de kasgeldlimiet gebleven.

Specificatie renterisiconorm

In de wet FIDO is een norm vastgesteld voor de risicobeoordeling van de rente op de langlopende financiering, de zogenaamde renterisiconorm. Deze norm geeft feitelijk aan voor welk deel van het begrotingstotaal de gemeente een zogenaamd renterisico mag lopen. Dit renterisico bestaat eruit dat bij een tussentijdse herziening van de rente of bij de noodzaak om een herfinanciering toe te passen de actuele marktrente kan zijn gestegen, waardoor op de begroting hogere lasten moeten worden opgenomen. Voor 2017 was de renterisiconorm vastgesteld op 20% van het lastentotaal van de gemeentelijke begroting bij aanvang van het jaar.

Omschrijving

31-12-2017

Bedragen x € 1.000

Renteherziening op vaste schuld O/G

0

Renteherziening op vaste schuld U/G

0

Renteherziening op vaste schuld

0

Nieuw aangetrokken Langlopende leningen

50.000

Nieuw uitgezette langlopende leningen

28.728

Netto nieuw aangetrokken vaste leningen

21.272

Betaalde aflossingen O/G

52.236

Ontvangen aflossingen U/G

13.605

Netto aflossing

38.631

Herfinanciering (laagste nieuw aangetrokken en netto aflossing)

38.631

Rente risico op vaste schuld

0

Herfinanciering

38.631

Rente Risico Norm

38.631

Toets renterisiconorm

In 2017 heeft de gemeente op de bestaande leningenportefeuille een bedrag van € 52,2 miljoen afgelost en is door partijen die een lening hebben van de gemeente € 13,6 miljoen afgelost. De noodzaak tot herfinanciering bedroeg dus € 38,6 miljoen, het gerealiseerde renterisico.
De toegestane renterisiconorm was 20% van € 697 miljoen: € 139,4miljoen. Het werkelijk gelopen renterisico van € 38,6 miljoen is 5,5 % van € 697 miljoen. De gemeente Arnhem is dus met betrekking tot de renterisiconorm ruim onder de wettelijke limiet gebleven.

Omschrijving

%

31-12-2017

Bedragen x € 1.000

Begrote lasten bij aanvang van het jaar

696.860

Toegestane rente risico norm

20,0%

139.372

Werkelijke rente risico norm

5,5%

38.631

Ruimte in Rente Risico Norm

100.741