Het afgelopen jaar heeft het grondbedrijf een aanzienlijk positief resultaat geboekt van ongeveer € 25 miljoen. De goede vooruitzichten op de vastgoedmarkt, en in het bijzonder op de woningmarkt, hebben er voor gezorgd dat de winstpotentie van een aantal projecten fors is verbeterd.
De tussentijdse winstneming zorgt ervoor dat dit jaar het resultaat eenmalig duidelijk hoger is dan eerder voorzien bij de Najaarsrapportage.
Tot op heden werden op basis van het grondbeleid en het voorzichtigheidsprincipe winsten pas genomen nadat zij daadwerkelijk waren gerealiseerd, lees: het project was voltooid. De gewijzigde regelgeving  verplicht nu -onder voorwaarden- tot tussentijdse winstneming. Hierdoor worden de grondexploitaties natuurlijk gevoeliger voor risico's in de toekomst. Met het recente verleden in het achterhoofd maakt de nieuwe regelgeving van de commissie BBV het voeren van een conservatieve koers binnen de grondexploitaties onmogelijk.

Om een conservatief beleid te blijven voeren in de grondexploitaties, zullen in de projecten nog zo veel, als de regelgeving toestaat, rekening worden gehouden met risico's. Daarnaast zal de bestemmingsreserve Grondbedrijf worden gevoed met de verplicht genomen winst, zodat de berekende risico's in het grondbedrijf daarmee kunnen worden afgedekt.

De beweging van de opgaande vastgoedmarkt is twee jaar geleden al ingezet en duurt nog voort. In het verleden zijn daarnaast de nodige (financiële) maatregelen getroffen om de risico's in de grondexploitaties onder controle te krijgen. De (civiele) investeringen in de grondexploitaties zijn dus nog maar relatief beperkt, terwijl de grondopbrengsten hoger zijn dan voorzien. Dit zorgt voor een duidelijke verbetering van een aantal projectresultaten.

Grondbeleid

Het beleidsmatige kader voor het Grondbeleid is verwoord in de nota Zicht op Gegronde Keuzes. In 2013 heeft de laatste herijking plaatsgevonden. De belangrijkste aanpassing was daarbij dat er nu meer wordt uitgegaan van een situationeel grondbeleid, terwijl tien jaar geleden het kompas op een actief grondbeleid gericht stond. De keuzes die, zeker in de komende jaren, gemaakt worden zullen meer afhankelijk gesteld worden van wat in concrete situaties het meest wenselijk is om ruimtelijke ontwikkelingen van de grond te krijgen. Per locatie wordt maatwerk verricht.
Het genoemde maatwerk komt tot uitdrukking bij de vaststelling van bestemmingsplannen of bestemmingsplanwijzigingen, waarbij de raad via de achterliggende (deels vertrouwelijke) exploitaties deelgenoot wordt gemaakt van mogelijke financiële implicaties.

Strategische aankopen
Ondanks dat de focus van het grondbeleid van de gemeente is gewijzigd van actief, tenzij naar situationeel grondbeleid, betekent dit niet dat er geen strategische aankopen meer gedaan mogen worden. Er kunnen zich ruimtelijke kansen voordoen, waarvoor het wenselijk is om voorafgaand aan het vaststellen van een grondexploitatie aankopen te doen. Een belangrijk onderdeel bij strategische aankopen is de afweging van financiële risico's die met de aankoop gemoeid zijn. Door vooraf een budget ter beschikking te stellen, kan snel worden gehandeld.

In de MJPB 2018-2021 is voor de jaarschijf 2018 vastgesteld dat het maximale financiële kader voor strategische aankopen € 10 miljoen is. De totale waarde aan strategisch bezit mag maximaal € 50 miljoen bedragen. Deze bedragen zijn niet gewijzigd ten opzichte van het afgelopen jaar. In 2017 zijn er geen strategische aankopen gedaan.

Ontwikkelingen vastgoedmarkt
De Arnhemse woningmarkt is een steeds krapper wordende woningmarkt met woningprijzen die zich inmiddels boven de piek van 2008 begeven. Het beschikbare woningaanbod dat gestaag slinkt, verkooptijden die dalen en een toename van het aantal transacties in vergelijking met een jaar geleden. Kortom een lokale woningmarkt die in 2017 volop in beweging was en een hogere marktdruk kent dan dat er landelijk gemiddeld werd gemeten.

De regionale verschillen op de Nederlandse woningmarkt blijven onverminderd groot, waardoor een driedeling op de woningmarkt kan worden onderscheiden; regio's met een kopersmarkt, regio's in evenwicht en regio's met een verkopersmarkt. De kopersmarkt kenmerkt zich door een ruime markt waar in voldoende mate aanbod beschikbaar is. De verkopersmarkt daarentegen kent een krappe markt met relatief weinig kwantitatief en kwalitatief aanbod, die afgestemd is op de vraag vanuit de markt.

Sinds het tweede kwartaal van 2016 is in Arnhem het aantal transacties voortdurend gestegen en het aanbod verder gedaald. Dit heeft het afgelopen jaar dan ook tot een hoog transactievolume op jaarbasis geleid. De verdere ontwikkeling hiervan in de komende jaren is afhankelijk van het woningaanbod. Een tekort aan beschikbaar aanbod zal tot stagnatie leiden in de dynamiek op de lokale woningmarkt, hierdoor zal het transactievolume een terugval kennen. De Arnhemse woningmarkt vertoont dan ook in toenemende mate de signalen van een echte verkopersmarkt, waar sprake is van een krappe markt met een laag beschikbaar (kwantitatief en kwalitatief) woningaanbod. Dit vertaalt zich onder andere in een groot tekort op de Arnhemse nieuwbouwmarkt. Het is dan ook van groot belang dat in Arnhem de woningvoorraad wordt aangevuld met nieuwe woningbouwprojecten en bestaande woningbouwprojecten versneld worden gerealiseerd.

De opgave zal met name binnenstedelijk zijn. Binnenstedelijke ontwikkelingen zijn complexer door de vele belangen als gevolg van de bestaande eigendomssituatie, hogere kosten (verwerving, sloop, sanering, planvorming) en grotere risico's. Het is dan ook noodzakelijk dat de gemeente middelen tot haar beschikking heeft om binnenstedelijke woningbouwprojecten te stimuleren. De financiële omvang van de opgave is vooraf moeilijk in te schatten. De rol van de gemeente en het risico dat zij bereid is te nemen zal per project afgewogen moeten worden.