2.1 Waarderingsgrondslagen

BBV

Voor gemeenten is de regelgeving voor de jaarlijkse begrotings- en verantwoordingsstukken vastgelegd in het Besluit begroting en verantwoording (BBV). Vanuit het thema 'Vernieuwing BBV' hebben met ingang van balansdatum 01-01-2017 de volgende BBV besluiten en publicaties effect:

  • Notitie overhead (juli 2016, toe te passen vanaf boekjaar 2017 door gemeenten);
  • Notitie erfpacht gronden (mei 2017);
  • Notitie raamwerk BBV: het stelsel van baten en lasten (juni 2017);
  • Notitie materiële vaste activa (december 2017).

De consequenties van de bovenstaande besluiten en publicaties zijn verwerkt in de grondslagen hieronder en de jaarcijfers van 2017.

Overzicht van baten en lasten in de jaarrekening

De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Baten en winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico’s die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.

Dividendopbrengsten van deelnemingen worden als bate genomen op het moment waarop het dividend betaalbaar gesteld wordt.

Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Als gevolg van het formele verbod op het opnemen van voorzieningen of schulden uit hoofde van jaarlijks terugkerende arbeidskostengerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume, worden sommige personele lasten echter toegerekend aan de periode waarin uitbetaling plaatsvindt; daarbij moet worden gedacht aan componenten zoals ziektekostenpremie ten behoeve van gepensioneerden, overlopende verlofaanspraken en dergelijke.
Voor arbeidskostengerelateerde verplichtingen van een jaarlijks vergelijkbaar volume wordt geen voorziening getroffen of op andere wijze een verplichting opgenomen. De referentieperiode is dezelfde als die van de meerjarenprogrammabegroting, te weten vier jaar. Indien er sprake is van (eenmalige) schokeffecten (bijvoorbeeld reorganisaties) wordt wel een verplichting opgenomen.

Met betrekking tot de eigen bijdragen die het CAK int en aan de gemeenten afdraagt geldt op basis van de Kadernota rechtmatigheid 2017 van de commissie BBV het volgende. Gemeenten kunnen op basis van de overzichten van het CAK wel de aantallen personen, soort en omvang van de zorgverlening beoordelen met de eigen WMO-administratie. Probleempunt is dat door het ontbreken van inkomensgegevens op deze overzichten de informatie over de eigen bijdrage ontoereikend is om als gemeente de juistheid op persoonsniveau en volledigheid van de eigen bijdragen als geheel te kunnen vaststellen. Door de systematiek te kiezen van het vaststellen van de eigen bijdragen door het CAK, heeft de wetgever in feite bepaald, dat de verantwoordelijkheid voor de juistheid en volledigheid van de eigen bijdragen geen gemeentelijke verantwoordelijkheid is. Dat betekent dat door de gemeenten geen zekerheden over omvang en hoogte van de eigen bijdragen kunnen worden verkregen als gevolg van het niet kunnen vaststellen van de juistheid op persoonsniveau, zoals hiervoor is toegelicht.

Met ingang van 1 januari 2017 zijn in overeenstemming met de BBV de gerealiseerde lasten voor de vennootschapsbelasting en voor de overhead als aparte regels opgenomen in het overzicht van saldo van baten en lasten.

Balans

Algemeen
De waardering van de activa en passiva vindt plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij het desbetreffende balanshoofd anders is vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarden.

Immateriële vaste activa
De bijdragen aan activa in eigendom van derden worden vanaf het moment van ingebruikneming lineair afgeschreven op basis van de afschrijvingstermijnen van de materiële vaste activa.

Materiële vaste activa met economisch nut en materiële vaste activa met economisch nut waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven

De waardering is tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Specifieke investeringsbijdragen van derden worden op de desbetreffende investering in mindering gebracht voor zover die de voorlopige kosten van de investering niet overstijgen.

Investeringen kunnen bestaan uit meerdere delen (componenten), waarvoor verschillende afschrijvingstermijnen gelden. In dat geval wordt de zogenaamde componentenmethode gebruikt. Deze houdt in dat verschillende samenstellende delen van het bewuste materieel vast actief afzonderlijk worden geactiveerd en de verschillende delen worden afgeschreven op basis van de bij die componenten horende afschrijvingstermijn.

Slijtende investeringen worden vanaf het eerste boekjaar na het moment van ingebruikneming lineair afgeschreven op basis van de verwachte gebruiksduur. Op grondbezit met economisch nut wordt niet afgeschreven.

Bij de waardering wordt in voorkomende gevallen rekening gehouden met een vermindering van de waarde, indien deze naar verwachting duurzaam is.

De gehanteerde afschrijvingstermijnen in jaren zijn hieronder opgenomen.

Tabel afschrijvingstermijnen

Activasoort

Afschrijvingstermijn
in jaren

Gronden en terreinen

Grond

0

Bedrijfsgebouwen en woonruimten

Parkeergarages

50

Permanente gebouwen & Verbouwingen, renovaties en restauraties

40

Semi – permanente gebouwen

20

Installaties, leidingen en voorzieningen

20

Dak en/of dakbedekking

15

Grond-, weg- en waterbouwkundige werken

Bruggen en viaducten (verkeerstechnische kunstwerken)

75

Verkeersinfrastructuur

30

Verkeersvoorzieningen & Verkeersregelingen

20

Parkeermaatregelen

10

Openbare verlichting: kabels

25

Openbare verlichting: masten & LED-armaturen

15

Openbare verlichting: LED-behuizingen

10

Bouwkundige voorzieningen

20

Kunstgrasvelden – onderlaag

20

Kunstgrasvelden – bovenlaag

10

Sport grasvelden

15

Herinrichting wijken (niet meer in gebruik per 01.01.2011)

20

Lage Kade

60

Rioleringen

40

Beschoeiingen & Voorzieningen in bossen en parken / hekwerk

10

Vervoermiddelen

Tractoren - landbouwvoertuigen

10

Vrachtauto’s

5

Fietsen en scooters

5

Personenauto’s

5

Machines, apparaten en installaties

Telecommunicatie voorzieningen & Glasvezelbekabeling

10

Parkeerapparatuur

10

Datacommunicatie voorzieningen & Hard- en software

5

Machines en installaties (niet vast aan/in gebouwen)

10

Gereedschappen

5

Overige materiële vaste activa

Ondergronds afvaltransportsysteem

30

(ondergrondse) Afvalcontainers

10

Inrichting van gebouwen en inventaris

15

Speelvoorziening

10

Invalidentoiletten

10

Voor de waarde van de in erfpacht uitgegeven gronden geldt de uitgifteprijs van eerste uitgifte als verkrijgingsprijs. Gronden in eeuwigdurende erfpacht worden gewaardeerd tegen registratiewaarde.

Onder de materiële vaste activa zijn onderhanden activa (activa in uitvoering) opgenomen. Het betreft vooruitbetaalde termijnen en gemaakte kosten (inkopen en personeelskosten) op investeringen in kapitaalwerken die nog niet zijn opgeleverd. Na gereedmelding worden deze activa ondergebracht in één van de bovengenoemde rubrieken.

Materiële vaste activa in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut
Dit betreft infrastructurele werken in de openbare ruimte, zoals wegen, pleinen, bruggen, viaducten en parken.

Met ingang van 1 januari 2017 gelden in overeenstemming met de BBV zijn de spelregels voor de materiële activa in de openbare ruimte met maatschappelijk nut gelijk gesteld aan die met economisch nut. Er mag niet meer versneld worden afgeschreven, waar dit voorheen wel mocht in voorkomende gevallen van een snellere budgettaire dekking.
Specifieke investeringsbijdragen van derden worden op de desbetreffende investering in mindering gebracht voor zover die de voorlopige kosten van de investering niet overstijgen.

Financiële vaste activa
De post financiële vaste activa omvat zowel deelnemingen in een aantal vennootschappen als langlopende leningen u/g. Het aandelenbezit is gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of lagere marktwaarde. De leningen zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. Zonodig is een voorziening voor verwachte oninbaarheid in mindering gebracht.

De jaarlijks ontvangen canon bij eeuwigdurend in erfpacht uitgegeven gronden zijn opgenomen tegen contante waarde. Het uitgangspunt daarbij is de interne rekenrente bij uitgifte, die gedurende de duur van de overeenkomst ongewijzigd blijft.

Voorraden
De als onderhanden werken opgenomen grondexploitatieprojecten en overige onderhanden werken zijn gewaardeerd tegen de vervaardigingsprijs, dan wel de lagere marktwaarde. De vervaardigingsprijs omvat de kosten die rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend overeenkomstig de kostensoortenlijst van het Besluit ruimtelijke ordening (zoals grondaankopen en kosten bouw- en woonrijp maken). Daarnaast omvat de vervaardigingsprijs de daadwerkelijk te betalen rente over het vreemd vermogen.

Voor winsten uit de grondexploitatieprojecten en overige onderhanden werken geldt vanuit de BBV notitie grondexploitatie de percentage of completion methode: voor zover gronden zijn verkocht en opbrengsten zijn gerealiseerd kan tussentijds naar rato van de voortgang van de grondexploitatie winst worden genomen. Hiervoor moet het resultaat op de grondexploitatie wel op betrouwbare wijze kunnen worden ingeschat. Indien aan de volgende voorwaarden is voldaan, bestaat er voldoende zekerheid om winst te kunnen nemen.

  1. Het resultaat op de grondexploitatie kan betrouwbaar worden ingeschat.
  2. De grond (of het deelperceel) moet zijn verkocht.
  3. De kosten zijn gerealiseerd (winst wordt naar rato van de realisatie gerealiseerd).

Zolang daarvan geen sprake is, worden de verkregen verkoopopbrengsten ten volle op de vervaardigingskosten in mindering gebracht.
Indien uit de prognoses blijkt, dat de boekwaarde niet kan worden gecompenseerd met verwachte toekomstige opbrengsten, wordt voor het tekort een voorziening getroffen.

De vooruitontvangen bijdragen voor het onderhanden werk worden in mindering gebracht op de vervaardigingskosten.

Gereed product wordt gewaardeerd tegen de kostprijs of tegen de marktwaarde indien de marktwaarde lager is dan de kostprijs. Dat laatste doet zich met name voor indien voorraden incourant worden. De kostprijs bestaat uit de verkrijgingsprijs van grond- en hulpstoffen en de loon- en machinekosten die aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend.

De overige grond- en hulpstoffen worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs.

Uitzettingen en overlopende activa
De vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor verwachte oninbaarheid is een voorziening in mindering gebracht.

Liquide middelen
Deze activa worden tegen nominale waarde opgenomen.

Eigen vermogen
Het eigen vermogen bestaat uit de algemene reserve en de bestemmingsreserves. De algemene reserve is vrij besteedbaar. Bestemmingsreserves zijn reserves die de gemeenteraad voor specifieke doelen heeft ingesteld of die dienen om schommelingen op te vangen in aan derden in rekening te brengen tarieven.

Voorzieningen
Voorzieningen worden gewaardeerd op het nominale bedrag van de betrokken verplichting c.q. het voorzienbare verlies. De voorzieningen ter egalisatie van kosten stoelen op een meerjarenraming van het uit te voeren groot onderhoud aan (een deel van) de gemeentelijke kapitaalgoederen, waarin rekening is gehouden met de kwaliteitseisen die ter zake geformuleerd zijn. In de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen die is opgenomen in het jaarverslag, is het beleid ter zake nader uiteengezet.
De voorzieningen voor pensioenen wethouders zijn op contante waarde gewaardeerd.

Schulden met een rentetypische looptijd langer dan één jaar
Van de langlopende schulden is de oorspronkelijke looptijd een jaar of langer. Deze schulden zijn gewaardeerd tegen nominale waarde.

De vooruitontvangen afkoopsommen bij tijdelijk in erfpacht uitgegeven gronden vallen vrij ten gunste van het resultaat naar gelang de looptijd van het erfpachtcontract.

Netto-vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan één jaar
Van de netto-vlottende schulden is de oorspronkelijke looptijd een jaar of korter. Deze schulden zijn gewaardeerd tegen nominale waarde.

Vlottende passiva
De onder de noemer vlottende passiva gepresenteerde schulden en vooruitontvangen bedragen hebben betrekking op een resterende looptijd van minder dan een jaar en zijn gewaardeerd tegen nominale waarde.
De ontvangen bijdragen die de voorlopige kosten van investeringen overstijgen, worden gepresenteerd als vooruitontvangen bedragen en als specifieke voorschotten ontvangen van het Rijk of Provincie.

Overig

Overzicht van de gerealiseerde baten en lasten per taakveld
Met ingang van 1 januari 2017 is in overeenstemming met de BBV als nieuwe bijlage bij de jaarrekening het van de gerealiseerde baten en lasten per taakveld opgenomen.

Hierbij wordt de indeling en het verdelingsprincipe gehanteerd conform de begroting. De vergelijkende cijfers van de begroting zijn, waar nodig, qua rubricering voor vergelijkingsdoeleinden tussen de taken aangepast.

Bedragen
Alle bedragen in de jaarrekening zijn X € 1.000, tenzij anders aangegeven.